Ons onderwijs: Boeiend onderwijs

Wij werken op het gebied van taal en rekenen met de methodes: Taal Actief 4, Wereld in Getallen 5 en Lijn 3.

Expliciete Directe Instructie

Op obs De Waterlelie vinden wij instructie het hart van goed onderwijs. Leerlingen hebben recht op een goed georganiseerde les van een leerkracht die voor de groep staat en uitlegt, voordoet en hardop denkt. De meeste leerlingen hebben namelijk de leerkracht nodig om tot leren te komen. De leerkracht maakt het verschil.

Wij vinden dat succesvolle leerkrachten zich richten op het ontwikkelen van talenten bij leerlingen. Ze zorgen dat hun instructie dusdanig effectief en efficiënt is, dat alle leerlingen de gestelde doelen halen en zich trots en kundig voelen. Ze verzorgen goede instructie en begeleide inoefening om zodoende alle leerlingen de kans te geven om zich de leerstof goed eigen te maken. In een les hebben we hoge verwachtingen van alle leerlingen.

Onze leerkrachten beseffen dat ze ertoe doen en nemen hun verantwoordelijkheid door niet coachend op de achtergrond te blijven, maar door op te staan en les te geven. Zij zien dat instructie voor veruit de meeste leerlingen de sleutel is naar een succesvolle toekomst, waarbij de leerkracht een sturende rol vervult en de verantwoordelijkheid stapsgewijs overdraagt aan de leerlingen. Om deze goede les structuur te geven werken wij volgens het model Expliciete Directe Instructie (EDI).

EDI-les technieken

Een EDI-les bevat de volgende technieken:

  • Betrekken en activeren:  De leerlingen worden actief betrokken bij de les door mee te schrijven, na te denken, te verwoorden en uit te wisselen.
  • Controleren van begrip:  Tijdens het lesgeven wordt voortdurend gecontroleerd of alle leerlingen ook écht tot leren komen.
  • Feedback:  Het controleren van begrip geeft waardevolle informatie voor het geven van feedback.
  • Herhalen:  Tijdens de les wordt de leerstof vaak herhaald, zodat deze goed wordt onthouden. Dit gebeurt door veel vragen te stellen, mee te laten schrijven en veel voorbeelden uit te werken.

EDI-les onderdelen

Het doel is om de leerstof succesvol aan te leren aan zowel de sterke, gemiddelde, als risicoleerlingen (ingedeeld in de onderwijsaanpakken verrijkt, basis en intensief). Een belangrijke techniek is dan ook het controleren van begrip tijdens de verschillende lesonderdelen. Voordat leerlingen zelfstandig de leerstof gaan verwerken, moet 80 procent van hen het leerdoel hebben behaald. Zelfstandig werken is beter als leerlingen de leerstof in de basis beheersen. De overige 20 procent krijgt een verlengde instructie als de rest van de klas zelfstandig werkt.

Een EDI-les bestaat uit de volgende lesonderdelen:

  • Leerdoel:  Hierin staat beschreven wat de leerlingen aan het einde van de les moeten weten of kunnen. Het leerdoel wordt duidelijk gedeeld met de leerlingen door dit op het bord te schrijven en samen te lezen en concreet te maken. De oefenstof van de zelfstandige verwerking moet aansluiten op het leerdoel.
  • Activeren van voorkennis:  De leerlingen krijgen een opdracht die aansluit bij de te geven les, maar waarvoor ze de benodigde kennis al bezitten. Deze kennis wordt hierdoor vanuit het langetermijngeheugen in het werkgeheugen geplaatst, zodat hierop de nieuwe kennis kan worden gebouwd.
  • Instructie over het concept:  De begrippen die in het leerdoel staan beschreven, worden uitgelegd.
  • Instructie over de vaardigheid:  De stappen die nodig zijn om de in het leerdoel beschreven vaardigheden goed uit te voeren, worden aangeleerd.
  • Begeleide inoefening:  De leerlingen nemen het verwoorden en toepassen van de leerstof over, terwijl de leerkracht steeds controleert of ze het goed doen en begrijpen.
  • Kleine lesafsluiting:  De leerlingen maken opdrachten en/of beantwoorden vragen om te laten zien dat ze de begrippen en vaardigheden van het leerdoel beheersen. Pas daarna mogen ze door naar de fase van zelfstandige verwerking. Dit om verkeerd inslijpen te voorkomen en om het zelfstandig oefenen effectiever te laten zijn.
  • Zelfstandige verwerking:  De leerlingen oefenen zelfstandig met de in het leerdoel beschreven begrippen en vaardigheden.
  • Verlengde instructie:  De leerlingen die zich de leerstof tijdens de kleine lesafsluiting nog onvoldoende eigen hebben gemaakt, volgen tijdens de zelfstandige verwerking een verlengde instructie met de leerkracht.
  • Grote lesafsluiting:  De leerlingen maken opdrachten en/of beantwoorden vragen om te laten zien dat ze de begrippen en vaardigheden van het leerdoel beheersen. Leerlingen die onvoldoende beheersing laten zien worden genoteerd in het werkplan om later alsnog aandacht te geven aan dit leerdoel. De leerkracht bespreekt met de leerlingen na hoe de les is verlopen: hoe is er gewerkt, heeft iedereen zich aan de regels gehouden, welke opdrachten waren moeilijk of juist makkelijk? Er is dus aandacht voor het product en het proces in de grote lesafsluiting.

Ik-wij-jullie-jij

Binnen deze lesonderdelen werken we met de leerlingen stapsgewijs naar zelfstandigheid. Hier onderscheiden zich duidelijk de fasen ik-wij-jullie-jij. Ik  doe het voor, Wij  doen het samen, Jullie  doen het samen,  Jij doet het zelf. Doordat leerlingen zich de leerstof in kleine stappen eigen maken, doen ze veel succeservaringen op en dat vergroot hun zelfvertrouwen en motivatie.

Opbrengstgericht werken

De school werkt sinds 2012 opbrengstgericht, gericht op resultaat dus. Opbrengstgericht werken is het systematisch en doelgericht maximaliseren van leerlingprestaties. Bij opbrengstgericht werken in het basisonderwijs benut een school de beschikbare informatie op leerling-, groeps- en schoolniveau. Hierdoor wordt de kwaliteit van het onderwijs geëvalueerd en verbeterd. Daarnaast blijkt uit onderzoek van de Onderwijsinspectie dat op opbrengstgerichte scholen de leerprestaties beter zijn.

Kanjertraining

Het aanleren en stimuleren van gezond en tolerant gedrag en sociale omgangsvormen maken onderdeel uit van ons pedagogisch handelen. Op school worden kanjertrainingen gegeven. Alle leerkrachten zijn hiervoor gecertificeerd. Uitgangspunt van deze training is een positieve benadering, gebaseerd op de kanjerregels. Met de kanjertraining willen wij voorkomen dat er gepest wordt op onze school. Wanneer er toch sprake is van (cyber)pesten, is vroegtijdig signaleren en goed handelen uitermate belangrijk. Wij hanteren hierbij het anti-pestprotocol, dat op aanvraag is in te zien. Hierbij is het ook belangrijk dat ouders en leerlingen gevallen van pesten melden bij de groepsleerkracht.

Engels

De Waterlelie vindt Engels op de basisschool heel belangrijk. Vanaf groep 1 krijgt uw kind een keer per week Engelse les. Vroeg beginnen met een vreemde taal is om verschillende redenen een logische keuze. Allereerst hebben jonge kinderen het vermogen een taal spelenderwijs te leren. Door bezig te zijn in een taal werken ze ongemerkt aan die taal. Dat vinden ze spannend en de motivatie voor spel, activiteiten en lessen in het Engels is groot. Werken in een andere taal is ook goed voor de internationale oriëntatie. In de groepen 1 tot en met 8 wordt het Engels thematisch aangeboden met behulp van de methode Join In.

Talentontwikkeling

Wij vinden het belangrijk om kinderen een zo breed mogelijke ontwikkeling mee te geven richting de toekomst. We zijn ervan overtuigd dat de inzet van talentontwikkeling bijdraagt aan de verhoging van de leeropbrengsten en het zelfvertrouwen van de leerlingen.

Creatieve vakken

Zo worden in het leerplan de creatieve vakken structureel opgenomen in alle groepen. Ook is er in de bewegingslessen aandacht voor dans. Actieve leesbevordering en Bibliotheek op School worden in elke groep ingezet. Daarnaast besteden we ook in de pauze aandacht aan verschillende sporten, onder begeleiding van sportdocenten.

Persoonlijke ontwikkeling

Door kinderen in aanraking te brengen met verschillende talentactiviteiten doen leerlingen ervaringen op ter versterking van hun persoonlijke ontwikkeling. Zij breiden hun leef- en belevingswereld uit, leren een eigen inbreng te hebben en leren zichzelf te uiten. Dit vergroot hun zelfkennis en geeft zelfvertrouwen. Talentontwikkeling is niet een doel op zich maar een middel om tot (leer)ontwikkeling te komen.

Breed aanbod talentontwikkeling

Middels ons talentenaanbod willen we een breed aanbod voor alle leerlingen realiseren:

  • Cultuurtrajectlessen KCR voor alle groepen (twee tot vier keer per jaar)
  • De Bieb op School (maandelijks nieuwe boeken, leerkrachttrainingen, leesbevordering, ouderbijeenkomsten), Zwerfboeken project
  • Muziek: vakleerkracht muziek + IKEI (instrumenten en concerten), methode 123Zing
  • Talentonderwijs: elke groep heeft een keer in de twee weken techniekles van een vakleerkracht techniek.
  • Engels voor de groepen 1 tot en met 8 met de methode Join In.
  • Alle dinsdagen naschoolse activiteit zangles / koor.
  • De sportieve pauze (maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag tussen 12.00 en 13.00 uur)
  • Lessen in de natuur: NME (kinderboerderij en schooltuin)

Ieder Kind een Instrument

Ieder Kind een Instrument (IKEI) is een muziekproject van SKVR (Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam). Op onze school doen de groepen 5 en 6 mee aan dit muziekproject. De kinderen krijgen hierdoor de kans hun talent voor muziek te ontdekken en verder te ontwikkelen. Onder leiding van een SKVR-vakleerkracht muziek wordt in de wekelijkse lessen gewerkt aan het creërend vermogen, presenteren en de sociale vaardigheden.

Instrumenten leren spelen

In groep 5 en 6 krijgen de kinderen les op instrumenten van SKVR. Bij ons op school krijgen ze les op p-bones en cajón. Ieder kind kiest uit dit aanbod een instrument en krijgt daar in groep 5 en 6 wekelijks les op in de klas.

IKEI-concert

Na twee jaar instrumentale lessen nemen kinderen uit groep 6 deel aan een groot IKEI-concert. Samen met kinderen van andere IKEI scholen én beroepsmusici uit een professioneel Rotterdams orkest staan zij op het podium. Dat is een indrukwekkende ervaring voor de kinderen en alle familieleden. Houd de nieuwsbrief in de gaten voor meer informatie over het optreden.

Ieder Kind een Instrument is een initiatief van SKVR, de dienst Kunst en Cultuur (dKC) en Jeugd & Onderwijs (JO). Voor meer informatie over het aansluitende muziekaanbod van SKVR in de vrije tijd kunt u terecht op www.skvr.nl/muziek

Ontwikkeling tijdens schooltijd

We houden de ontwikkeling van onze leerlingen goed in de gaten. Dat is belangrijk, omdat er dan altijd voldoende momenten zijn waarop er bijgestuurd kan worden. Hoe doen we dat?

Ten eerste kijken leerkrachten goed naar de kinderen in hun groep. Tijdens de les, als de kinderen aan het werk zijn, of als ze aan het spelen zijn. De leerkrachten stellen zich daarbij vragen als:

  • Is de leerling gelukkig hier op school?
  • Hoe kan ik deze leerling het beste benaderen?
  • Welke leerstrategie sluit het best aan bij deze leerling?
  • Heeft de leerling zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld?
  • Heeft de leerling een goede werkhouding?
  • Wat kan ik doen om te zorgen dat de ontwikkeling van deze leerling optimaal verloopt?
  • Heeft de leerling voldoende motivatie?

En daarnaast volgen wij de ontwikkeling tijdens de hele schooltijd met behulp van  methodegebonden toetsen en toetsen van het leerlingvolgsysteem (LVS).

Met methodegebonden toetsen meten wij in hoeverre leerlingen de leerstof hebben begrepen. De toetsen van het LVS zijn meer algemeen. Die komen van het toetsinstituut IEP en worden gebruikt voor de gebieden technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen/wiskunde. Een observatieformulier over de sociaal-emotionele ontwikkeling maakt ook deel uit van het LVS. Tijdens rapportagegesprekken houden wij u op de hoogte van de ontwikkeling van uw kind.

Dan is er nog de intern begeleider. Die volgt de leerlingzorg en ondersteunt de leerkrachten bij de organisatie van leerlingzorg in de groep. De intern begeleider voert gesprekken met leerkrachten en ouders en bezoekt de klas om te kijken hoe het onderwijs nog beter op de behoeften van onze leerlingen kan worden afgestemd. Dat is soms zoeken, want geen leerling heeft hetzelfde ontwikkelingsproces. Maar we komen er altijd uit.

Kwaliteitszorg

Kwaliteitsbeleid

Kwalitatief hoog onderwijs kan niet zonder organisatie en beleid. Die kwaliteit moet worden bewaakt. Om het onderwijsconcept, zoals in het schoolplan staat beschreven, op hoog niveau te kunnen blijven uitvoeren, wordt een kwaliteitsbeleid gevoerd.

Voor kwaliteitszorg is het schooljaarplan een belangrijk document. Daarin wordt het afgelopen jaar geëvalueerd en staan doelstellingen en prioriteiten van de school. Het is dus een document bedoeld voor de school zelf, maar het wordt ook gebruikt als verantwoording naar de overheid. Het wordt besproken in het team en ter goedkeuring voorgelegd aan de medezeggenschapsraad en het bestuur.

Kwaliteit van onderwijs

De kwaliteit van het onderwijs wordt op verschillende overlegmomenten geëvalueerd. Drie keer per jaar bespreken we bijvoorbeeld met het hele team de resultaten van de verschillende toetsen, schoolbreed. In zo’n overleg bekijken we welke schoolvakken en ontwikkelingsgebieden de komende tijd extra aandacht verdienen en hoe we dat gaan aanpakken.

Daarnaast is er veel samenwerking binnen het team. Zo gaan intern begeleider en directie regelmatig op bezoek in een klas om te kijken hoe een leerkracht te werk gaat. Achteraf wordt dan gesproken over methoden en didactisch handelen. Leerkrachten gaan ook bij elkaar op bezoek, dit noemen we collegiale consultatie: Van elkaar leren we veel. We blijven zo continu met elkaar in gesprek om het onderwijs zo fris mogelijk te houden. 

Meer- en hoogbegaafdheid

Wij bieden alle kinderen een vertrouwde, geborgen, uitdagende en veilige omgeving, waarin ieder kind met plezier leert en zich zo optimaal mogelijk ontwikkelt.

Dit geldt ook voor de meer begaafde leerlingen die zich sneller en anders ontwikkelen. Voor hen hebben wij een 'Bloeiklas' waar deze talenten tot bloei kunnen komen. In de 'Bloeiklas' ontmoeten peers (gelijkgestemden) elkaar en wordt met hen aan een ontwikkelplan gewerkt waarin niet alleen cognitieve, maar ook executieve vaardigheden aandacht krijgen. Het ontdekkend en onderzoekend leren staat in deze klas centraal.